Druk indien mogelijk uw box 3-belasting, maak gebruik van de tegenbewijsregeling
Als woningbelegger wordt u zoals bekend op basis van een fictief rendement belast over uw eigendom. Dat is de hoofdregel. Die hoofdregel wordt opzij gezet wanneer u kunt aantonen dat uw werkelijk behaalde rendement over uw gehele box 3-vermogen (dus: inclusief spaargeld, effecten, vorderingen etc.) lager is dan het fictief rendement. Voor dit jaar gaat het om 5,88%. Per 2026 wordt dat 7,78%. Ofwel: waar u over 2025 bij een verhuurde woning met een WOZ-waarde van € 400.000 maximaal € 8.467 in box 3 verschuldigd bent, wordt dat over 2026 maximaal € 11.203. Maar: stel dat u aan de hand van de tegenbewijsregeling (formulier “Opgaaf werkelijk rendement”) aantoont dat u met uw volledige box 3-vermogen uitkwam op een rendement van 3%, dan wordt in dit voorbeeld de belastingaanslag in box-3 € 4.320.
Het is dus zaak voor elk belastingjaar opnieuw berekeningen-op-maat te maken. Zeker bij wat grotere vermogens kan dat best complex zijn. Uw fiscalist of accountant zal u daar goed bij kunnen helpen.
Voor degenen die naast verhuurd privé-vastgoed ook een B.V. hebben: er lijken door op een wettelijk toegestane wijze de huurpenningen te laten lopen via de B.V. (cessie) goede mogelijkheden te ontstaan tot nadere fiscale optimalisatie c.q. aanzienlijke fiscale besparingen. Daarover wellicht een andere keer meer.
