Voor starters op de woningmarkt kan de zogenoemde startersvrijstelling bij de overdrachtsbelasting een belangrijk steuntje in de rug zijn. Deze regeling maakt het mogelijk dat jonge kopers bij de aankoop van hun eerste woning onder bepaalde voorwaarden géén overdrachtsbelasting hoeven te betalen. Dat scheelt duizenden euro’s aan bijkomende kosten, wat de drempel naar een koopwoning iets lager maakt.
Wat is overdrachtsbelasting?
Iedereen die in Nederland een woning of ander onroerend goed koopt, betaalt overdrachtsbelasting. Deze belasting wordt geheven bij de eigendomsoverdracht en kent verschillende tarieven. Vanaf 2025 gelden drie categorieën:
- Niet-woningen en tweede woningen: het algemene tarief blijft 10,4%. Voor woningen die niet als hoofdverblijf dienen, daalt dit tarief vanaf 1 januari 2026 naar 8%. Voor bedrijfspanden en overige objecten blijft 10,4% gelden.
- Hoofdverblijf: wie een woning koopt om er zelf te gaan wonen, betaalt 2% overdrachtsbelasting. Dit percentage verandert niet in 2026.
- Indirecte vastgoedtransacties: bij overdracht via aandelen in een vastgoedvennootschap geldt een tarief van 4%, dat eveneens ongewijzigd blijft.
Voorwaarden voor de startersvrijstelling
Om gebruik te maken van de startersvrijstelling gelden strikte voorwaarden. De regeling is bedoeld voor kopers tussen de 18 en 35 jaar die nog niet eerder een beroep hebben gedaan op deze vrijstelling. Daarnaast is de woningwaarde bepalend:
- In 2025 geldt een grens van € 525.000.
- Vanaf 1 januari 2026 wordt deze grens verhoogd naar € 555.000.
Ligt de koopsom boven dit bedrag, dan vervalt de vrijstelling volledig en betaalt de koper het gebruikelijke tarief van 2%.
Kansen en beperkingen
De verhoging van de grens in 2026 geeft starters net iets meer ruimte op een oververhitte woningmarkt. Toch blijft de regeling beperkt: in populaire steden liggen de prijzen vaak ruim boven de nieuwe grens. Bovendien kan de vrijstelling maar één keer in het leven worden toegepast. Het is aannemelijk dat de startersvrijstelling de komende jaren een omstreden onderwerp blijft. Voorstanders benadrukken dat de regeling jonge kopers helpt bij hun eerste stap op de woningmarkt, terwijl critici vrezen dat het effect op de betaalbaarheid en toegankelijkheid beperkt blijft.